De Weideman: Een lofzang op gras
Mijn ‘kromme tenen’-moment van de afgelopen maand was de uitzending van Arjan Lubach met het bizarre verwijt dat Nederland voor ruim een kwart van de oppervlakte wordt ingenomen door grasland. Jullie snappen, dat raakt mij als Weideman diep in mijn hart. En dan niet alleen omdat ik samen met heel veel Nederlanders enorm kan genieten van veenweidegebieden, coulissenlandschappen of juist het patroon van strakke rechthoekige percelen in een polder met gras en dat des te meer als er koeien in lopen. Droogmakerij De Beemster maar ook Hollandse Waterlinies, inclusief de inundatievelden, staan niet voor niks op de werelderfgoedlijst van de Unesco: dat heeft heel veel met landschappelijke schoonheid te maken.
Nee, niet alleen dat. Grasland heeft meer belangrijke rollen. Op verschillende plekken in ons land kàn weinig anders groeien dan gras en dan bedoel ik een zode met grassoorten en klavers en eventueel kruiden. Daarbij groeit gras onder de grond net zo hard als boven de grond en is de bodem jaarrond bedekt en vindt er geen grondbewerking plaats. Wat gras verreweg de beste bodemverbeteraar maakt.
De organische stof onder die vele vierkante kilometers graszoden en het bijbehorende bodemleven van wormen en tal van andere organismen, is niet enkel een zegen voor de boer. De héle Nederlandse samenleving profiteert daarvan. Het houdt om te beginnen meer vocht vast dan akkerland om de vergelijking met versteend stedelijk gebied maar niet te maken. En dat gaan we nodig hebben als klimaatverandering aan de ene kant meer stortbuien meebrengt en aan de andere kant lange periodes van droogte. In beide speelt die waterbuffering in graslandgebieden een rol. En tegelijk legt dat grasland met zijn organische stof tonnen CO2 vast in de bodem. Daarom hebben we EU-beleid om het areaal blijvend grasland in stand te houden.
En wat is de goedkoopste manier om al dit areaal grasland te onderhouden? Door er koeien te houden die op fascinerende wijze gras weten te verteren en om te zetten in het meest fantastische voedingsmiddel denkbaar, namelijk: melk!
Dus tegen Arjan Lubach zou ik graag willen zeggen: nou is het afgelopen met dat bashen van gras! Ik ben de laatste om te zeggen dat de melkveehouderij geen stappen zou kunnen zetten om gras duurzamer te beheren en efficienter om te zetten in melk. Maar als Nederland moeten we de super vegetatie gras op waarde schatten en blijven koesteren. (En ja, daar horen toevallig ook melkkoeien bij…)
We spreken elkaar,