Skip to main content

Somber en simpel boeren

1500 uur weidegang en 8 kilo ds/dag uit weidegang. Dat doel willen Paul en Ingrid Hazenberg met hulp van Grip op Gras bewerkstelligen. Hoe? Niet tekort afweiden (snelle hergroei), smakelijk kruidenrijk grasland, koeien opsluiten in de wei en overcapaciteit bij robots. “Weidegang en productie gaat prima samen.”

“Ik zou graag willen dat weidegang een erkend emissiearm systeem wordt.” Paul Hazenbeek zegt het met een zekere felheid. De Brabander is een overtuigd voorstander van weidegang. Ja, vanwege de managementuitdaging, maar ook omdat hij zo een bijdrage wil leveren aan de verlaging van de stikstofuitstoot. “Ik zou willen dat weidegang als een kans wordt gezien.” In Brabant geldt vanaf volgend jaar juli het Stallenbesluit; de verplichting om emissiearme stallen te bouwen. Ondernemers die aantoonbaar natuurinclusief boeren worden vrijgesteld. “Dat betekent 720 uur weidegang, maximaal 2 gve/ha en 1000 punten in de Brabantse Biodiversiteitsmonitor”, aldus Hazenberg. Die biodiversiteitsmonitor is een tool bestaande 13 indicatoren, variërend van % blijvend grasland, verlagen van het N bodemoverschot tot de hoeveelheid eiwit in het rantsoen.

Weidegang en vers grasopname

Hazenberg gaat veel verder dan de vereiste 720 uur weidegang. “Vorig jaar zat ik met mijn twee melkrobots op 1203 uur weidegang, dit jaar streef ik naar 1500 uur weidegang en een dagelijkse ds-opname uit vers gras van 8 kilo.” Om dat doel te realiseren haakte Hazenberg aan bij Grip op Gras, waarbij hij wordt begeleid door weidecoach Harm Rijneveld.

Hazenberg weidt zijn koeien in blokken van 3,5 á 4,5 ha (zie schema percelen huiskavel) in een cyclus van 15 dagen. Elke drie dagen gaan ze naar een ander blok. “Ongeacht wat er dan in staat”, aldus de Brabantse melkveehouder. Na 15 dagen begint de cyclus weer opnieuw. Het maaien staat in dienst van de beweiding, dus afhankelijk van de groeiomstandigheden, waarbij droogte een issue is op de droogtegevoelige zandgrond. Om de 1500 uur weidegang te realiseren, hanteert Hazenberg het volgende beweidingsschema: 08:00 – 12:00 weidegang (4 uur); 12:00 – 18:00 op stal (6 uur); 18:00 – 22:00 weidegang (4 uur); 22:00 – 08:00 op stal (10 uur). Dus per etmaal 8 uur weidegang en 16 uur op stal. Op dit moment krijgen de koeien op stal, dus naast de 8 kg ds uit voorjaarsgras, een rantsoen (15% RE) bestaande uit 5,45 kg ds mais, 2,17 kg ds najaarskuil 2022, 3,05 kg ds gebroken gerst, 1,17 kg ds bierbostel verder aangevuld met mineralen en bicarbonaat.     

Eigen kruidenmengsel

Op de huiskavel van ruim 30 ha is 20 ha voorzien van recent (7 ha voorjaar 2021, 11 ha najaar 2021, 2 ha najaar 2022) kruidenrijk grasland waar geen kunstmest wordt gestrooid. 17 ha is ingezaaid met een eigen mengsel (35 kg BG11, 4 kg witte klaver, 1,5 kg cichorei en 1,5 kg smalle weegbree). De overige 5 ha is ingezaaid met een Pure Graze-mengsel. De resterende 10 ha van de huiskavel bestaat uit gras. Hazenberg roemt de smakelijkheid van het kruidenrijke grasland. “De koeien zijn er echt dol op.” Bovendien is het duidelijk minder droogtegevoelig, een ander belangrijk pluspunt. De productie is ook prima, al nuanceert de Brabantse melkveehouder dat enigszins. “Elke boer weet dat net ingezaaid grasland goed presteert.” Hij hoopt de productie de komende jaren in de benen te kunnen houden met behoud van het kruidenbestand. Dat zal hij doen door in het najaar (natte tijd) ondiep door te zaaien. Over de 5 ha Pure Graze is hij wat sceptisch. “Daar zit kropaar in en dat is echt een woekergewas. Het groeit als een tierelier, maar draagt nauwelijks bij aan de kwaliteit. En vanaf nu schiet het in de aar en wordt het stengelig. Ik ga er nu al regelmatig met de bloter op.”

Vier weidemaatregelen

Om de gewenste 8 kg ds per dag uit weidegang te realiseren hanteert Hazenberg 4 weidemaatregelen: niet tekort afweiden/-maaien, kruidenrijk grasland, koeien opsluiten in wei en overcapaciteit melkrobots. “Bij 15 cm lengte haal ik de koeien er al uit”, concretiseert hij de eerste maatregel. De Brabander mag dan kritisch zijn op het Pure Graze-mengsel, hij zegt wel te hebben geleerd van hun gedachtengoed dat gras bladmassa moet hebben om te groeien. “Zonder blad geen fotosynthese en zonder fotosynthese geen groei. Dat heb ik van ze geleerd en daar geloof ik ook in. Als je tekort weidt of maait gebeurt er de eerste 2 weken niet zo heel veel. Pas daarna, als er voldoende bladmassa is, komt de groei er pas in.”

De smakelijkheid van het kruidenrijke grasland draagt verder bij aan een zo hoog mogelijke vers grasopname. Als derde sluit Hazenberg de koeien op als ze worden ingeschaard. “De koeien móeten in de wei blijven, dat zorgt er ook voor dat ze gaan vreten.”. Tot slot wijst hij op het belang van het hebben van een beetje overcapaciteit bij de melkrobots. “Anders kost het je teveel melk.”

Productie en weidegang

Volgens Hazenberg kun je als robotboer een prima productie realiseren in combinatie met weidegang.  “Ik zie het boer zijn als uitdaging om verschillende schakels aan elkaar te rijgen en er het maximale uit te halen. Zonder dat het ten kostte gaat van de gezondheid van de koe en de omgeving versterkt. Dat is voor mij de uitdaging. Daarbij is productie geen doel op zich, maar het gevolg van het aan elkaar rijgen van die schakels.” Een van die schakels is de inzet van een onafhankelijke voeradviseur. “We hebben samen een eigen krachtvoermengsel samengesteld, dat niet is gebaseerd op de kostprijs van de voerfabriek, maar op een samenstelling met grondstoffen die bij mijn bedrijf passen.” In dit geval een krachtvoer vooral bestaande uit tarwe, soja, mais, een beetje raap en maisgluten, aangevuld met de benodigde mineralen.

Jongvee weiden

Een uitdaging waar de Brabander nog tegenaan hikt is het weiden van jongvee. Vanaf dit jaar moet het jongvee op PlanetProof-bedrijven in de eerste twee levensjaren minimaal 100 dagen weidegang krijgen. Voor jongvee geboren in het voorjaar volstaat 75 weidedagen. “Hier wordt iets te makkelijk tegenaan gekeken vind ik. Het extra werk en vooral het risico op uitbraak vind ik wel een ding hoor. Zeker jonge kalveren zijn lastig achter een draadje te houden.” Nu gaan alleen de drachtige pinken naar buiten en vanaf september de jonge pinken die nog niet geïnsemineerd hoeven te worden.    

Sober en simpel

Weidegang, zoveel mogelijk vers gras benutten en natuurinclusief boeren; het zijn de pijlers onder de bedrijfsfilosofie van Hazenberg. “Sober en simpel, daar moeten we naartoe”, zegt hij terwijl hij ligt voorover buigt. “Als sector hebben we een systeem gebouwd, waardoor we als boer veel te afhankelijk zijn geworden. Van de bank, van de voerfabriek, van de politiek, van allerlei adviseurs. Dat alles heeft ons geduwd in de richting van een bedrijfsvoering waardoor we nu door de maatschappij heel kritisch worden bekeken. Waarbij stikstof natuurlijk niet nieuw is. Dat begon al in de 80’er jaren van de vorige eeuw toen mest geïnjecteerd moest worden. Daarna volgden er nog veel meer kostprijsverhogende maatregelen: afdekken van de mestsilo, emissiearme vloeren, stikstof- en fosfaatrechten enzovoort. Maar ondertussen levert de melk geen cent meer op.” Het zit Hazenberg hoog en hij geeft er duidelijk blijk van erover te hebben nagedacht. “De afgelopen 25 jaar stapelden de kosten zich alleen maar verder op. En ons enige antwoord was kostprijsverlaging door groei. Daar moeten we mee ophouden. Sober en simpel: dat is mijn antwoord. Er wordt veel gepraat over technische innovaties om het hoofd te bieden aan de vele uitdagingen die er zijn. Maar voor mij is dat geen oplossing! Het is immers wéér een kostprijsverhoging en een vorm van afhankelijkheid. We kunnen de stijgende kosten niet terug verdienen uit de markt. Er is echt geen één klant ( supermarkt) die zegt tegen ons: alstublieft, hier heb je een cent extra omdat jullie extra kosten maken. Bij elke investering krijg je meteen weer veel facturen in de brievenbus.”

Stromest maken

In de nabije toekomst wil Hazenberg af van drijfmest en in zijn bestaande serrestal stromest produceren. Het Kwatrijnconcept noemt hij dat verwijzend naar het gelijknamige stalconcept dat bij de biologische melkveehouder Sjaak Sprangers in het nabijgelegen Kaatsheuvel als eerste is toegepast. “Mest scheiden aan de bron”, noemt Hazenberg het idee om op de aanwezige emissiearme vloer de ligboxen van een dikke laag stro te voorzien. De urine en vaste mest komen zo niet bij elkaar in de put; alleen de urine. De afgelopen jaren is de mest al dikker geworden doordat de Brabander is gaan sturen op een lager ureumgehalte dat nu gemiddeld tussen de 15 en 18 ligt. Wat overigens leidt tot grote problemen met zijn emissiearme vloer. “De dikkere mest gaat lastig tussen de spleten door, waardoor het oppervlak ook nog eens gladder wordt. Stromest op gras/klaver is een manier om grasland ouder te laten worden. Injecteren is toch een vorm van “beschadiging” van de grasmat, onkruid krijgt makkelijker een kans. Ervaring leert (bij 4 ha) dat bij stromest op grasland de productie ook op pijl blijft.

Een andere noviteit is de mobiele kippenkar die hij nu sinds 1 maand heeft. De bedoeling is om de 200 kippen achter de koeien aan los te laten. Alleen gooit de vogelgriep roet in het eten, waardoor de kippen nu in en onder de kar moeten blijven op het erf. 

Zo gaat Hazenberg onvermoeibaar door met het verder realiseren van zijn visie: een simpel en sober, natuurinclusief bedrijf in juiste samenhang met de omgeving en de mensen die er wonen. Waarbij hij door minder kosten te maken een positief effect realiseert op het verdienvermogen.

Huiskavel_Paul_Hazenberg.png

Dit is een schematisch overzicht van de huiskavel van ruim 30 ha. Er wordt geweid in blokken van grofweg 3,5 – 4,5 ha. In een cyclus van 15 dagen, waarbij de koeien elke 3 dagen een nieuw stuk krijgen. Per etmaal lopen de koeien 8 uur buiten en zijn ze 16 uur binnen in de serrestal met 2 robots.

 Paul_en_Ingrid_Hazenberg.jpg

Paul en Ingrid Hazenberg in een setting dat hun bedrijf karakteriseert: lang kruidenrijk grasland en de kruislingkoeien (Holstein x Brown Swiss x Fleckvieh) in de wei

afbeelding_koeien.jpg

1500 uur weidegang (met melkrobots) en dagelijks minimaal 8 kg ds uit vers weidegras: samen met Grip op Gras wil Hazenberg dat dit seizoen realiseren.

 

Stal_hazenberg.jpg

Aangezicht (buiten) van de in 2013 gebouwde serrestal voorzien van 2 melkrobots

 

 

 

 

 

 

serrestal.jpg

De serrestal binnen, voorzien van een emissiearme vloer

kippenkar.jpg

Sinds 1 maand beschikt Hazenberg over een mobiele kippenkar. Als gevolg van vogelgriep staan de 200 kippen nu nog op het erf. Maar de bedoeling is om ze achter de koeien aan ‘te weiden’.

Bedrijfsgegevens

VOF Paul en Ingrid Hazenberg – Jansen in De Moer (N.-Br.). 90 koeien en 45 stuks jongvee op 50 ha droogtegevoelige zandgrond. Jaarproductie rond 1 miljoen kilo, koeien geven gemiddeld 37 kilo per dag met een BSK van 54 en momenteel 3,80% vet en 3,48% eiwit. Paul hanteert een driewegkruising: Holstein-Brown Swiss-Fleckvieh. De melk wordt PlanetProof geproduceerd. De 50 ha bestaat uit een huiskavel van 30 ha, de rest is op afstand. Op de 20 ha op afstand wordt al vier jaar 1,5 ha voederbieten geteeld. Dit voorjaar is er 2 ha luzerne ingezaaid met een beetje rietzwenk erbij. Een akkerbouwer verzorgt in wisselteelt de maisproductie. In 2013 is er een serrestal gebouwd met 2 melkrobots. Er is een boerderijwinkel aanwezig op het bedrijf (www.deannahoeve-demoer.nl). Paul en Ingrid zijn lid van de Duinboeren in Brabant en werken op een natuurinclusieve manier. Zo hebben ze via het Louis Bolkinstituut de nodige cursussen over de bodem en weidegang gevolgd.