Skip to main content

De Weideman: Polsstok



25 april 2014


Polsstok



Stempel-Def-V2
Ik vond een oude polsstok en gaf er mijn FarmWalk® een avontuurlijk tintje mee. Het ging twee keer goed. Bij de derde sloot lag ik half op de wal en half in de sloot. Terwijl ik de kant op kroop viel me ineens op dat het gras op het perceel, dat nu al twee keer is geweid, veel lichter van kleur was. Elk nadeel heeft zijn voordeel: plat in de slootkant zag ik de zaken scherp. Op een ander perceel zag ik het ook en bedacht me toen dat er met twee keer weiden zonder bijbemesten al behoorlijk wat stikstof is onttrokken. Er moet iets bij om de percelen goed door te laten groeien naar een maaisnede met voldoende eiwit, dat leek me duidelijk.
Hoeveel stikstof het weidegras heeft verbruikt, valt globaal te berekenen. Het ging om twee, net geen volle, weidesnedes van pakweg 1500 kg ds. Bij 225 g RE per kg is er dus 3000 kg * 225g = 675 kg RE afgehaald. Gemiddeld is een kg stikstof goed voor 6,25 kg RE. Delen we die 675 door 6,25, dan zien we dat er 108 kg N is 'onttrokken' op dit perceel.
Vergelijk dit met wat je hebt bemest. Heb je 25 m³ drijfmest gegeven, dan is dat bij 4 kg N per m³ en 40% benutting in de eerste en tweede snede goed voor 40 kg N. Tel daar je kunstmest-N bij op. Volgens het advies voor zand/löss (zie tabel) was dat 43 kg N, dus samen 83 kg N. Nou is het verschil tussen onttrekking en advies niet zo'n punt (de bodemvoorraad en mineralisatie doen straks nog een duit in het zakje), maar het geeft wel aan dat het tijd is voor een kunstmestgift.
Bemest weer naar opbrengst, dus mest en kunstmest voor een maaisnede en kunstmest voor een weidesnede, afgestemd op de verwachte (geplande!) bestemming. Onderstaande tabel is handig om je gift uit kunstmest te bepalen, maar laat ook mooi zien hoe het zit met de nalevering van N uit mest en organische stof voor de latere snedes.
140425 stikstofgift
Tip: Nu het groeiseizoen zo vroeg is begonnen is de verdeling van de jaargift mest en kunstmest-N een belangrijk aandachtspunt. De kans bestaat dat je je kruit te snel verschiet. Kleinere drijfmestgiften en een keer vaker strooien kunnen daarbij helpen.

Tip: Als je langere perioden standweidt, is het na drie tot vier weken weiden tijd voor bijmesten. Denk daarvoor aan een gift voor een halve weidesnede, zo'n 75-100 kg KAS.
140425 bodem-gras-opbrengst
Het gras groeit best, maar met grote verschillen. In het Noorden en Oosten kwam er op maaipercelen bijna 900 kg ds/ha bij. In het Midden en Westen van het land duurt dat 3 tot 4 dagen langer. Het eiwitgehalte in het gras varieert van 195 – 260g RE/kg ds. Hoge RE-gehaltes leiden op sommige bedrijven tot een hoog ureumgehalte in de melk. Met minder eiwit aan het voerhek of een energierijker product valt dit te compenseren.
Let op! De DS-opbrengst in de tabel geeft alleen aan wat de leeftijd is van het genalyseerde verse gras, het zegt niets over de gerealiseerde opbrengsten in de regio's.
140425 Gras-onkruid
Dit is de tijd om goed waar te nemen hoe het staat met je grassenbestand en onkruiden, zoals paardebloem en zuring. Die zie je later in het seizoen niet meer, maar kunnen reden zijn om in het najaar een bespuiting uit te voeren. De Grote Vossestaart (links) staat op veel plaatsen in bloei en is een aanwijzing dat het aandeel Engels Raaigras daalt.
 
We spreken elkaar,  
de-Weideman-Def