20 maart 2015 

Beweiden effectiever dan doorzaaien

Doorzaaien is hot, er wordt veel over gepraat en geschreven. Als je daardoor echt naar de kwaliteit van de graszode gaat kijken en je een beeld vormt van het aandeel goede en slechte grassen is dat prachtig. Een goede botanische samenstelling is de basis voor goede opbrengsten en smakelijk weidegras en om dat te krijgen én te houden heb je vooral een goede bodem en ontwatering nodig.

Op percelen met open plekken of een slechte open grasmat, kan nu doorzaaien een succesvolle reparatie opleveren. Maar wanneer is het zinvol en kan het ook uit? Heb je minder dan 3 à 4 gezonde spruiten Engels raai per dm2, dan kost dat al opbrengst. Maar pas als het 1 spruit of minder is, wegen de kosten echt op tegen de baten, zo blijkt uit onderzoek. De bestaande zode daarna vroeg weiden, om het jonge gras licht en ruimte te geven voor een vlotte opkomst. Gebruik bij reparatie 30 kg/ha engels raai (diploïd), of 45 kg/ha (tetraploïd).

Bij meer dan 1 spruit per dm2, is er nog veel natuurlijk herstelvermogen. Dan komt het met beweiden en hooguit lichte maaisnedes vanzelf een heel eind goed!  Voor muizenland geldt ook: kijk of er in de zwarte plekken nog levende spruiten te vinden zijn en beoordeel dan of doorzaaien de beste remedie is. Overigens kan de schade van muizengaten zo groot zijn, dat een grondbewerking nodig is en dus complete vernieuwing.

Doorzaaien als vaste maatregel voor onderhoud van grasland is een ander verhaal. Jaarlijks, of regelmatig in voorjaar of najaar 10-20 kg graszaad doorzaaien is in praktijkprojecten en demo’s bekeken. Wat er uit komt is nog niet heel overtuigend en duidelijk: Er komen wel meer spruiten raaigras per dm2, maar het effect is vooral goed in open zodes. Algemeen levert het geen duidelijk betere opbrengsten of voederwaardes op. De mechanische behandeling (snijden, egaliseren, rollen) heeft al positief effect op de uitstoeling, los van het zaad. Vocht en concurrentie na doorzaaien zijn heel bepalend voor de aanslag van het nieuwe gras.
Mijn visie: met goed beweiden haal je op wat open grasland al heel veel winst en de wiedeg kan er bij helpen door straatgras en ruwbeemd los te trekken.

Tip: Weidepercelen nu niet meer bemesten met drijfmest, het zal de smaak te sterk beïnvloeden. Kunstmeststrooien en voorweiden, pas daarna dierlijke mest op het perceel. Op bemeste percelen waar veel mest bovenop het gras ligt kan een bewerking met de wiedeg zinvol zijn.