De Weideman: En strooien maar
|
1 april 2016
|
 |
Tip: nuttige kennis over meten van grasgroei en het managen van de voorraad zowel bij omweiden als standweiden is bij elkaar gebracht in het e-book ‘Management by measurement’ (meten is weten). Gratis te downloaden onderaand deze website. (E-book: Management by Measurement) Tip: Zorg dat drinkwater en afrasteringen op orde zijn voor de koeien naar buiten gaan. Het kavelpad schoonvegen is geen overbodige luxe om klauwproblemen te voorkomen. |
|
Kijk, dat is nou het mooie van weten door te meten. In een week tijd vloog de bodemtemperatuur omhoog en is nu hoger dan vorig jaar om deze tijd. Eerder liepen we nog een week achter bij vorig seizoen. In alle regio’s is de bodem afgelopen week opgewarmd tot boven de 8 °C-grens, waarbij het gras begint te groeien. Voorzichtig nog, want bij 12 °C hebben we het pas over echt serieuze grasgroei. De T-som gaf met het bereiken van de 300-400-zone al eerder groen licht, maar is dit jaar door de koude nachten toch een minder goede voorspeller van het juiste moment om te bemesten. Veel dierlijke mest is al uitgereden, kunstmest nog maar mondjesmaat. Het maakt in het voorjaar wel wat uit welke kunstmest je gebruikt. Kalkammonsalpeter (KAS) presteert onder koele temperaturen minder goed en spoelt makkelijk uit. Wie dat al gestrooid heeft en er veel regen op kreeg, is veel stikstof kwijt. Na de eerste snede haal je met KAS wel de hoogste opbrengsten. Meststoffen met een hoger aandeel Ammonium (NH4) worden bij lage temperaturen beter opgenomen door het gras en Ammonium wordt goed vastgelegd in de bodem. Samen zorgt dat voor minder uitspoeling. Voor meer informatie over kunstmestsoorten, zie de link Dit weekend is lekker weer voorspeld en ook volgende week liggen de temperaturen (hopelijk?) hoger dan deze week. Een mooi moment dus om de (resterende) kunstmest te strooien, want die valt nu in een actieve grasmat die het meteen benut. Maak alsjeblieft wel onderscheid in percelen die je bestemt voor beweiden en percelen voor maaien, om daar de mest en kunstmestgift op af te stemmen. Geef je alles evenveel, dan zijn de weidesnedes veel te hoog in ruw eiwitgehalte en je maaigras te laag, oftewel de benutting leidt er onder. De stikstofadviezen voor goed afgestemde giften zijn te vinden op www.bemestingsadvies.nl per NLV klasse en per jaargift. Om het overzichtelijk te maken heb ik de mest- en kunstmestgiften voor twee verschillende jaargiften opgezocht en in twee tabellen op een rij gezet.   |
|
| De tabellen maken onderscheid in licht weiden/weiden en licht maaien/maaien/zwaar maaien. Voor weiden is het zeker niet verkeerd om de percelen waar je het eerst gaat weiden een kleinere hoeveelheid stikstof te geven. Voor standweiden heeft bemestingsadvies.nl een aparte tabel, omdat je daar begint met een lichte weidesnede en daarna gaat bijstrooien. Voor dat laatste hou je ongeveer 2 kg N per hectare per dag aan. Dus na 21 dagen weiden 42 kg N bijstrooien. Zorg wel dat je op scherp staat, want als het nu warm en zonnig weer wordt, knalt het gras de grond uit en moet je gaan weiden zodra het land voldoende droog is. De voortekenen zijn er: het gras kleurt donkergroen, ruwbeemd en grote vossenstaart vormen pollen.  Bron: Agrifirm |
|
 De bodemtemperatuur steeg snel en zit nu overal boven 8 0C. De grasgroei komt op gang en dan is het tijd om kunstmest te strooien. Afgelopen jaar heeft Agrifirm onderzoek gedaan naar het effect van een gedeelde stikstofgift. Dat leverde een hogere drogestofopbrengst op met meer ruw eiwit. Maar gezien het wat late tijdstip in het voorjaar adviseer ik toch om de kunstmestgift in één keer te verstrekken. |
|
| We spreken elkaar, |
|
 |
|
Deel op:
De Weideman wordt mogelijk gemaakt door ZuivelNL