Column de Weideman: Wat er niet in komt, vliegt er ook niet uit!
Uw Weideman is allesbehalve een ammoniakexpert. Ik kan het land niet verblijden met de oplossing voor de stikstofcrisis. Maar ik wil er wel wat over kwijt, omdat door haastig in elkaar geflansd beleid ook mijn passie voor bodem, gras en weiden in de knel kan raken. De druk om de ammoniakuitstoot omlaag te krijgen moet niet alleen tot grotere stallen leiden omwille van de financiering van een grotere en betere luchtwasser. Ik heb niks tegen techniek en schaalvergroting. Maar dan wel zo ingepast dat de koeien volop blijven weiden.
Een tweede effect waar ik beducht voor ben is wat er gebeurt als de overheid melkveehouders vrijwillig uitkoopt zonder garanties dat de grond voor weidegang beschikbaar blijft. Gaan we daar dan bijvoorbeeld heesters telen? Het zal je niet verbazen, maar ik vind een koppel grazende koeien of jongvee langs de rand van een natuurgebied een prachtig plaatje en ik denk dat ze daar voor de biodiversiteit ook prima passen.
Wat mij betreft zoeken we de oplossing vooral in het nog beter benutten van de kringloop: koe-mest-bodem-ruwvoer binnen het bedrijf. Daar liggen de sleutels om de aankopen van kunstmest en (eiwitrijk) krachtvoer te beperken. Stikstof die je niet aanvoert kan ook niet ontsnappen in de vorm van ammoniak.
De makkelijkste eerste stappen maak je in de weideperiode. Oogst zoveel mogelijk gras met weiden zodat minder mest met urine in aanraking komt. Vergeet daarbij niet het eiwit uit je bijvoeding gelijk fors terug te schroeven. En bij standweiden kan je kunstmest in meerdere kleine porties strooien, zodat het eiwitpercentage in je gras constanter blijft. Dat is het laaghangende fruit, zeg maar.
Lastiger, maar niet onmogelijk is het om met de algehele bemesting en oogsttijdstippen zo te sturen dat het eiwitgehalte in je (kuil)gras dichtbij het optimale gehalte van rond de 150 gram ruw eiwit zit. Dat is wat de koeien nodig hebben en past het eenvoudigst in het rantsoen. Moeilijk, maar niet onmogelijk. Als we tijd krijgen ben ik ervan overtuigd dat het ons gaat lukken.
Tenslotte hoop ik dat er geen grond uit de melkveehouderij verdwijnt. Grond van uitgekochte bedrijven kan juist helpen om met kavelruil de huiskavels van blijvers te vergroten. Voor mij een sprankje hoop, een beetje licht aan het eind van de lange en donkere stikstoftunnel.
We spreken elkaar,