De Weideman: Het juiste gras in de kuil
8 mei 2015
|
|
Veelbelovend gras wuift je toe en veelbelovend weer is op komst. Sta nog even stil bij een paar overwegingen alvorens op de trekker te springen. Maaien in dienst van het weiden, is een leidraad die ieder kan dromen. Je kiest je maaimomenten bewust zo dat je al vroeg over etgroen beschikt èn dat je groeitrappen aanlegt. Graag voeg ik er een tweede leidraad aan toe: maaien (ook) in dienst van voederwaarde. Natuurlijk moet je kansen pakken bij goed weer en aan de andere kant durven te wachten op voldoende tonnen drogestof in de kuil. Sta ook nog even stil bij de juiste gehaltes in het gras op het moment van maaien. Afgelopen week kregen we regen, warmere nachten en minder zon. De leidraad in onderstaande tabel laat zien wat dat voor de gehalten betekent: minder suiker en meer eiwit in het jonge gras. Komende week meer warmte en nog voldoende vocht. Dat leidt tot iets minder energie en iets meer eiwit in het groeiende gras. Verder zie je in het veld dat ruwbeemd gras al begint te bloeien. De bloei trekt zich weinig aan van het weer, bij een bepaalde daglengte gaan grassoorten bloeien. We maaien dit voorjaar dus relatief ouder gras dan vorig jaar, en veroudering zorgt voor iets lagere voederwaardes. Vooral bij de ‘niet’ engels raaigrassen gaat dat sneller omdat die vroeger bloeien. Stel jezelf de vraag wat je ideale ruw eiwitgehalte is in je wintervoer. Gebruik je veel maïs in het rantsoen of juist weinig? Dat maakt wat uit. De versgras-analyses uit mijn meetnet wijzen op gehaltes van 178 tot 251 g RE in de afgelopen week. Uit onderzoek weten we dat het N-gehalte in een kg drogestof in tien dagen met zo’n 8 gr afneemt. Dat komt overeen met zo’n 50 punten ruw eiwit. Ofwel 5 gram RE per dag. Een gewas met nu 210 gr RE per kg drogestof zit dus over tien dagen op 160 gr RE per kg drogestof. Wil je meer weten over je eigen gras, laat dan eens een vers gras monster analyseren. Dat kost zo’n 100 euro per monster. Kortom: keuzes voor maaimomenten hangen af van het belang voor je weideplanning en daarnaast van overwegingen over tonnen drogestof, voederwaarde en RE-gehalte. Ik maak het leven van de veehouder er deze keer niet eenvoudiger op. Wel boeiender, hoop ik. Toch? Succes met de eerste snede!! |
|
Ruw eiwitgehalte, afnemend Bron: WUR; Th. Vellinga. Het RE-gehalte in het gras daalt geleidelijk, met 5 punten per dag per kg drogestof. Daar kun je mee rekenen om te bepalen wanneer je moet maaien om het gewenste RE-gehalte in de kuil te krijgen. |
|
Foto links: als ruwbeemd begint te bloeien begint veroudering en voederwaardedaling serieuze invloed te krijgen. Engels raaigrassen bloeien later, in mei of begin juni. Aan de bloeiwijze zie je heel goed het verschil tussen Engels Raai en Ruwbeemd. Foto rechts: Over dit gewas kijkend, zie je de gevolgen van insporing door uitrijden van mest. Volgend jaar toch wat langer wachten? Andere machine, lagere bandenspanning? Let ook bij het inkuilen op de bandenspanning van trekkers en werktuigen! |
|
Bodemtemperatuur (°C) en grasgroei Bron: Amazing Grazing, Hogeschool VHL en Agrifirm Door vooral de warmere nachten is de bodemtemperatuur de afgelopen week met ongeveer 3°C gestegen. Mede daardoor is het suikergehalte in het gras afgenomen tot 169 g suikers/ kg ds. Ruim voldoende om een goed inkuilresultaat te bereiken. Het gemiddelde ruw eiwitgehalte is licht gedaald tot 226 g/kg ds, maar let op er zijn ook percelen waar het ruw eiwitgehalte maar 176 g/kg ds is. Door de regen is ook het ds-gehalte van het gras gedaald naar 18,3 %. De Voederwaarde bedroeg afgelopen week 1047 VEM. De groei van het gras is deze week met uitzondering van de Noord-klei vergelijkbaar met vorig jaar. Op de Noordelijke klei blijft de groei ruim 50 kg ds/dag achter in vergelijking met vorig jaar. |
|
We spreken elkaar, | |
De Weideman wordt mogelijk gemaakt door ZuivelNL